Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zond David boden tot de mannen van Jabes in Gilead, en [10]hij zeide tot hen: [11]Gezegend zijt gij den HEERE, [12]dat gij deze weldadigheid gedaan hebt aan uw heer, aan Saul, en hebt hem begraven. 10. Dat is, liet zeggen. 11. Zie Gen.24:31; Ruth 2:20, en Ruth 3:10. 12. Of, die.